Het beestje een naam geven

Een lastige uitdaging als je een onderneming begint: het verzinnen van een goede bedrijfsnaam. Je hebt grofweg de keuze uit een eigennaam, bestaande woorden of verzonnen woorden.

• Een eigennaam, al dan niet in combinatie met woorden die naar je producten verwijzen.
  Voorbeeld: Liekes Lekkers.
  Dit ligt voor de hand als je een eenmanszaak hebt. Het is een voordeel als je een minder gangbare naam hebt. Als je Jan Jansen heet, is de kans groot dat er meerdere ondernemers met die naam zijn, om over de beschikbaarheid van domeinnamen maar te zwijgen. Handig is ook als mensen je naam goed verstaan en onthouden. Zo wordt mijn achternaam (Dinkelberg) vaak verbasterd tot Winkelberg of Dinkelman.
• Bestaande woorden die betrekking hebben op de diensten die je levert.
  Voorbeeld: Stamppot to go.
  De kans is groot dat dergelijke namen al zijn geclaimd door concurrerende ondernemers, behalve als je je eigen niche vindt.
• Verzonnen of onbekende woorden of afkortingen.
  Voorbeeld: Pippali, een woord dat in het sanskriet ‘peper’ betekent, maar ook als naam is gekozen voor een netwerk van internetspecialisten ‘met pit’.
  Nadeel: je naam verraadt niet direct wat je doet en behoeft vaak uitleg. Voordeel: je bent onderscheidend en opvallend. Zelf maakte ik ooit een muzieksite met de verzonnen naam ‘Funprox’. Handig: in Google hadden alle zoekresultaten voor deze term met deze site te maken.

Als je internationaal opereert, is het slim om te checken of je naam in andere talen niet hele andere associaties krijgt. Zo zijn er diverse minder gelukkige autonamen, zoals de Fiat Croma.