08.30 uur: opstand

omslag roman “Marian Donner was actief in de politiek, het ontwikkelingswerk en het nachtleven”, aldus de flaptekst van 08.30 uur: opstand. Zoals elke moderne schrijver heeft Donner (inderdaad uit beroemde familie) een weblog. Ze schrijft over actuele thema’s, wat Balkenende plezier moet doen. De grote stad waarin haar debuutroman zich afspeelt, is een brandhaard geworden.

Een politieagent schiet een Marokkaanse jongen dood, wat een kettingreactie veroorzaakt. De hele stad is in de ban van demonstraties en rellen. Iedereen strijdt wel ergens voor of tegen. Behalve Alexander, de ‘man zonder eigenschappen’.

Als gemeenteambtenaar is hij verantwoordelijk voor de onbehandelbare klachten. Hij sleept zich door zijn werkdagen, met veel koffie, spelletjes Mijnenveger en het Googelen naar fraaie natuurfoto’s. Zijn grootste strohalm is echter de mooie, onbereikbare Nin, die twee bureau’s achter hem zit. Op een dag verbreekt hij zijn muurvaste routines door haar aan te speken. Meer dan ‘hallo’ zegt hij niet, maar voor Alexander voelt het als het begin van een nieuw leven.

Terwijl de stad in brandt staat alsof Fortuyn en Van Gogh tegelijk zijn vermoord, droomt Alexander van een meeslepend leven met Nin. Als zij echter van het toneel verdwijnt, verliest Alexanders leven zijn glans. Hij neemt ontslag en sluit zich op in zijn studentenflat, waar hij altijd is blijven wonen. Alexander sombert dagenlang over zijn zinloze bestaan en de maatschappij waarin hij zich niet thuisvoelt. Uiteindelijk moet hij toch de straat op, als zijn voorraad appelmoes opraakt. Door instinct gedreven waagt hij zich verder dan gepland in de steeds meer apocalyptische stad, tot hij in een café een bekende gestalte ziet zitten…

Met name de eerste helft van 08.30 uur: opstand kon me bekoren. De beschrijvingen van de lamlendigheid op Alexanders kantoor met zijn onuitstaanbare collega’s zijn erg vermakelijk. Zijn gemijmer over Nin en de bijbehorende kansen op een nieuw leven spreken ook tot de verbeelding. De tweede helft van het boek maakte een minder scherpe indruk op me. Het pathetische gedrag van Alexander en de andere verwarde personages, evenals de onvermijdelijke climax, komen wat minder uit de verf.

Toch vond ik de roman zeker een veelbelovend debuut met een prima stijl. Grappig was ondermeer de kakafonie van spandoeken waarmee de masaal demonstrerende burgers de straat opgingen: “Taxi-chauffeurs tegen illegaal downloaden”, “Krakers voor de hypotheekrenteaftrek”, “God, geef ons Han Peekel terug” etc…