Een recensent zei eens dat je een groot schrijver herkent wanneer je al na drie zinnen kan zien dat het niet door iemand anders geschreven kan zijn. Dit gezegde gaat wat mij betreft op voor Arnon Grunberg. De grootsheid van Grunberg is zijn unieke vingerafdruk in zijn verhalen in een.. tja, typisch Grunbergiaanse droogkomische, licht-absurdistische vorm te gieten, terwijl hij zelden echt absurdistische taferelen in zijn romans beschrijft. Of misschien ook maar bedoeling had droogkomisch of absurdistisch te zijn. Het leven zelf is absurd genoeg zegt hij hiermee, en dat doet de lezer van tijd tot tijd wat ongemakkelijk op zijn stoel heen en weer schuiven. Het leven is zo absurd dat je het eigenlijk alleen maar hoeft op te schrijven om dat terug te zien. Grunberg legt zijn vingerafdruk daar waar iedereen voelt dat de schoen ‘m wringt. Of dat er überhaupt een schoen zit. Zo ook in De heilige Antonio, het Boekenweekgeschenk van 1998.
Weduwe Raffaella en haar zoons Tito en Paul wonen in New York. Ze zijn geëmigreerd (waarschijnlijk uit een Zuid-Amerikaans land) en proberen elke dag het beste te maken van hun zware leven in de stad. Raffaella werkt zes dagen per week in een koffiehuis, haar zoons volgen Engelse les en brengen ?s avonds maaltijden rond om bij te verdienen. Op Engelse les ontmoeten Tito en Paul het Kroatische meisje Kristin waar ze beiden volledig van in de ban raken. Ze windt hen met haar onnavolgbare femme fatale-gedrag om de vinger en leert hen o.a. over ?alles wat je met elkaar kunt doen?. Moeder Raffaella probeert haar leven meer toekomst en zin te geven door zich met aanbidders te omringen. Eén van de aanbidders, Ewald Stanislas Krieg, is een gladde praatjesmaker. Hij moedigt haar aan om haar baan in het koffiehuis op te zeggen en samen met hem een fastfoodketen, ?Mama Burrito,? te beginnen. Natuurlijk loopt het faliekant mis.
?Het idee dat ze alleen maar haar hand hoefde op te houden trok Raffaella aan. Wij zeiden: ?Blijf toch werken bij Simon (het koffiehuis, E.). Van verandering zijn we tot nu toe alleen maar slechter geworden.? Dat was ook zo. Eest leefden we in ons eigen land. (..) Toen gingen we naar Amerika. Al snel begonnen mensen ons in elkaar te slaan en we hadden nog steeds niets te eten. En we konden de mensen die ons in elkaar sloegen niet verstaan, dus we wisten nog niet eens waarom we in elkaar werder geslagen (..) En toen, niet lang daarna, begrepen we alles, we begrepen de aanbidders, we begrepen waarom ze zo graag medelijden wilden hebben, we begrepen Raffaella, we begrepen dit land, we begrepen het geld, we begrepen het systeem van de fooien, we begrepen de passie, we begrepen alles.? (pagina 45/46)
Na een haast ritueel samenzijn waarin Tito, Paul en Kristin ?alles met elkaar doen? bidden ze samen tot de heilige Antonio. De dag daarna staat in de krant dat Kristin een moord gepleegd heeft en de doodstraf krijgt.
De heilige Antonio is een novelle over hoop en de wil om het onmogelijke te bereiken; de heilige Antonio is de heilige van het onmogelijke. Het is ook een verhaal over de filosofie van mensen die het leven (op harde wijze) aan den lijve hebben ondervonden en er een levenshouding of wijsheid hebben gedestilleerd. Dat vind ik het mooie van dit boek en de stijl van Grunberg. De hoofdpersonen lijken pretentieloos en hun levens vertonen een ogenschijnlijke schraalheid, maar juist daardoor ontvouwt zich de kern. Zonder poespas, zonder dat het ook maar ergens gekunsteld aandoet. En dit, vind ik, maakt Grunberg inderdaad een groot schrijver en De heilige Antonio een van de vele bewijzen van zijn talent.
?..omdat in ieders leven een moment van zwakte komt. Je kunt een week sterk zijn, of drie jaar of drie maanden, maar eens komt het moment dat je zwak bent. Omdat je moe bent van het sterk zijn. Omdat niets zo vermoeiend is als altijd maar sterk zijn. Omdat je niet meer sterk wilt zijn (..) Omdat mijn baan op een doodlopende steeg lijkt, omdat mijn leven op mijn baan lijkt, omdat ik wil dat jullie studeren, omdat de dingen zijn gegaan zoals ze zijn gegaan. Snap je het nu?? (pagina 39/40)