Dam dam dam…

Mijn oog viel op een bericht over dammer Kees Thijssen. Hij presteerde het om te laat te komen op het WK in Amsterdam. Naar eigen zeggen omdat hij de e-mail met de aanvangstijd niet had gekregen én omdat hij verdwaald was in het Gaasperpark.

Een invaller liep zich al warm, maar na lang beraad over ‘de affaire Thijssen’ liet de jury hem toch meespelen. En met succes: Thijssen begon met een meer dan verdienstelijke remise tegen wereldkampioen Tsjizjov.

Natuurlijk deed mij dit denken aan die andere dammer. Jannes van der Wal (1956 – 1996). Legendarisch niet zozeer door zijn fraaie prestaties (hij won 4 keer het NK en 1 keer het WK), maar wel door zijn fratsen.

Vooral die keer dat hij een Nederlands kampioenschap miste, omdat hij in de trein in slaap was gevallen. Verder had Jannes geregeld curieuze tv-optredens en nam hij een carnavalsplaat op (Janus houd toch je kanus). Ook was van der Wal een sportvernieuwer: hij ergerde zich aan de vele remises bij het dammen en bedacht een variant, het doordammen.

Jannes van der Wal doet mij weer denken aan de Boegies, het Gronings pretpunkgezelschap met zanger Piepke (later in Jammah Tammah), ondermeer bekend van de culthit ‘Meh’. Zij namen het ‘Het Jannes van der Wal lied’ op, te vinden op de klassieke LP Zwijnen Bij Candlelight (1996).

Het refrein luidde:

"Damdamdamdamdamdamdamdamdamdamdamdamdamdamdamdam
damdamdamdamdamdamdamdamdamdamdamdamdamdamdamdam
damdamdamdamdamdamdamdamdamdamdamdamdamdamdamdam"

(ik kan er een dam naast zitten).