Traditiegetrouw verschijnen er in de zomermaanden weinig nieuwe boeken. Al het nieuws wordt opgespaard tot september wanneer de boekhandels weer overspoeld worden met nieuwe titels. Uitgeverij Cossee is dit jaar de uitzondering op de “regel”. Eind juli verscheen bij deze uitgeverij de nieuwe langverwachte roman van Coetzee De langzame man. Kan deze roman de hooggespannen verwachtingen waarmaken?
De langzame man gaat over een man (Paul Rayment) die zijn been kwijtraakt bij een ongeluk op de fiets. Paul is zo onthand dat hij verzorging nodig heeft. Met de eerste verpleegster klikt het niet, maar de tweede, een Kroatische vrouw, kan hem wel bekoren. Langzaamaan voelt hij meer voor de vrouw dan hem misschien lief is. Paul stelt voor om een studiebeurs voor zijn zoon te betalen en op deze manier gaan het privéleven van de vrouw en haar werk door elkaar lopen. En dat dit meer kwaad dan goed doet, lijkt me duidelijk.
Door het ongeluk gaat Paul Rayment nadenken over de “grote zaken van het leven”: had hij niet ook liever kinderen gewild, heeft je leven alleen zin als je iemand te verzorgen hebt en is zijn leven afgelopen door de amputatie of begint een nieuw leven. Allerlei vragen waar hij zelf niet uitkomt en als een deus-ex-machina komt daar Elizabeth Costello het boek binnenwandelen (de kenner van het werk van Coetzee zal haar nog kennen uit de naar haar genoemde roman van enkele jaren geleden). Elizabeth Costello neemt Paul Rayment bij de hand en samen wandelen ze door zijn problemen. De weerstand die Paul in eerste instantie ten opzichte van de oude vrouw voelt is aan het eind van de roman verdwenen. Mijn weerstand helaas niet.
Elizabeth Costello is een vervelend, bemoeizuchtig personage dat bijna letterlijk uit de lucht komt vallen. We kunnen haar zien als het alter ego van Coetzee zelf, maar in mijn ogen is ze meer een literair middel om de roman weer vaart te geven. En waar je zo duidelijk een dergelijk middel nodig hebt, geloof ik dat je je doel voorbij schiet. De bespiegelingen worden ongeloofwaardiger en komen geforceerd over. Ik vond het begin van de roman (tot ongeveer bladzijde 100) zeer de moeite waard. De overdenkingen waren natuurlijk en geloofwaardig. Maar dan komt Paul Rayment er zelf niet meer uit en verschijnt Costello ten tonele. Helaas verliest de roman vanaf dat moment haar kracht en lezen we een overduidelijke constructie. Niet dat het een slechte constructie is. Coetzee kan zeker schrijven, dat is het probleem niet. Maar van zo’n grote auteur mogen we wel wat meer verwachten dan dit.