De diefstal van twee schilderijen van het Scheringa Museum voor Realisme leidde vorige week tot relatief weinig ophef in de media. Niettemin was het de eerste gewapende overval op een Nederlands museum.
Op internet las ik veel zure reacties met verwijzingen naar het leenimperium van eigenaar Scheringa. Ook publiceerde Trouw een artikel met als strekking dat de geroofde werken van Dali en De Lempicka een geringe kunsthistorische waarde hadden. “Scheringa koopt dus wat hij zelf mooi vindt, wat hij zelf aan de muur wil hebben. Bij rijksmusea wordt meer gekeken naar het belang.”
In 2006 bezocht ik Spanbroek en ik vond het Scheringa Museum een prettig museum met een mooie collectie magisch-realistische kunst, waarvan ‘La musicienne’ van Tamara de Lempicka uit 1929 een van de hoogtepunten is. Ik kan me goed voorstellen dat het museum juist dit werk heeft afgedrukt op allerlei promotiemateriaal. In 2004 werd het nog uitgeleend voor een grote tentoonstelling van De Lempicka in Londen.
Het kubistisch aandoende portret van de vrouw met mandoline werd in 2002 aangekocht. Het was het eerste werk van De Lempicka in een Nederlands museum. In een presentatievideo over het museum vertelde Scheringa trots hoe hij dit werk telefonisch op een veiling kocht, gewoon in pyama vanuit zijn bed in Noord-Holland, waarbij hij Madonna overtroefde. Zij zou toch geen opdracht…