Vorige week was een man (een Iraanse asielzoeker) in het nieuws die dreigde van de Waalbrug bij Nijmegen te springen. Enkele dagen later kwam ik ook een springer tegen in de bundel ‘Polaroids’ van Douglas Coupland. Een van de mooiste stukken in dit allegaartje van herinneringen aan de jaren ’90 is een ode aan de Lions Gate-brug in Couplands geboortestad Vancouver.
Hij beschrijft ondermeer hoe hier op een avond het verkeer tot stilstand kwam en de flamboyante plaatselijke restauranthouder zijn saxofoon pakte om de springer op de brug een serenade te brengen. Deze passage besluit Coupland met de prachtige zin:
“Maar Frank Baker was ook een goede muzikant, en die nacht op de brug gingen de mensen net als ik in het gras zitten, tussen de narcissen, om naar de muziek te luisteren en zich waarschijnlijk af te vragen of het in ons leven ooit zo ver zou komen dat we in de ophanging van de Lions Gate Bridge zouden klimmen en proberen tot een besluit te komen, ja? of nee?, en weten dat als we tot ja besloten, een landing op het water nog altijd een sprankje hoop liet.”