Tijdens een avond van iPoetry in het Utrechtse Moira ontdekte ik Delphine Lecomte. Nu ja, ontdekking, haar eerste dichtbundel De dieren in mij werd reeds bekroond met de C. Buddingh-prijs 2010.
Voor mij was het echter de eerste kennismaking met de tengere Vlaamse, die in een roze huisje in Brugge schijnt te wonen. Onlangs kwam haar tweede bundel Verzonnen prooi uit.
Delphine heeft een ogenschijnlijk schuchtere uitstraling, maar zij speelde de zaal behoorlijk plat met haar droogkomische, vaak donkere gedichten. Vooral in de absurde details is zij een meester. Zomaar twee voorbeelden uit haar debuutbundel:
“Het is belangrijk dat meisjes worden gestraft wanneer ze
in het gezicht van mannelijke overmoed lachen
dus wordt ze omver gereden door een vrachtwagen die
opblaasbare reptielen vervoert en
haar naam is soms Candy, dan weer Delphine.”
(fragment uit: Daar gaat mijn vriend)
“Vrouwen mogen hier niet schieten
omdat ze te fragiel en te wraakzuchtig zijn
dus kaart ik met drie rancuneuze feeksen
zwijgen doe ik nu niet meer
Ik leid de aandacht af van mijn aas en mijn heer.”
Beelden van een eerder optreden van Delphine Lecomte: