Soms zijn er van die films waarvan je na afloop denkt: “Tsja, wat vond ik er eigenlijk van?”. Een typisch voorbeeld vond ik Last Days van regisseur Gus van Sant. De film is losjes geïnspireerd op de laatste dagen van Kurt Cobain. Om juridische problemen te voorkomen zijn de gelijkenissen niet te sterk, er wordt geen Nirvana-muziek gebruikt, biografische gegevens spelen nauwelijks een rol. Hoofdpersoon ‘Blake’, een verlopen muzikant, lijkt uiterlijk nochtans sterk op Cobain.
Net als in Van Sants vorige film “Elephant”, zijn er eindeloze shots van personen die rondlopen, is er geen duidelijke chronologie en zijn de verschillende scènes losse puzzelstukjes die niet altijd op hun plaats vallen. Er gebeurt bijzonder weinig in “Last Days”. Je ziet vooral hoe de wrakkige Blake (gespeeld door Michael Pitt) rondstrompelt en onverstaanbare dingen mompelt. De rol van de andere personages in en om het enorme huis blijft veelal onduidelijk. Gedurende de film is de toon erg afstandelijk, er is geen ruimte voor inleving.
De sfeer is beslist beklemmend, hallucinerend ook door de lang uitgesmeerde handelingen. Zo zie je hoe iemand een volledig nummer van The Velvet Underground aan het meezingen is. Slechts enkele passages zorgen voor wat lucht. Bijvoorbeeld wanneer twee nerveuze religieuze zendelingen de vage huisgenoot van Blake over de geneugten van hun kerk komen vertellen. Hilarisch is de scène met de (echte!) Gouden Gids-acquisiteur die langskomst om Blake advertentieruimte in de gids te verkopen. Ook Kim Gordon (van Sonic Youth) brengt een bezoekje, in een vergeefse poging om Blake mee te nemen uit zijn ontluisterende wereld.
Voor de rest zie je vooral hoe junkie Blake steeds verder wegzakt in neuroses en algehele aftakeling. Zijn dood, die niet in detail wordt getoond, komt vooral als een opluchting. “Last Days” is een gedurfde film, die beslist het predikaat intrigerend verdient. Maar niet een waarvan ik van de daken wil roepen: “die moet je zien!”.