Hoog op mijn lijstje van bands die ik eens live wil zien, stond Tuxedomoon. Gisteren speelden ze praktisch om de hoek in Tivoli De Helling, dus dat kwam goed uit. De band is opgericht in San Francisco in 1977, maar begin jaren ’80 verhuisd naar Europa waar een bloeiender avantgarde-klimaat was. Zoals veel roemruchte acts uit de new wave/post punk-periode, heeft ook Tuxedomoon de laatste jaren zijn activiteiten flink opgeschroefd. Hierin werden ze gestimuleerd door de succesvolle remixen van oude nummers door DJ Hell en andere techno- en electroproducers.
De lange discografie van Tuxedomoon bevat minimaal twee klassiekers. Ten eerste hun vroege single ‘No Tears’ uit 1978, een claustrofobisch nummer dat jarenlang de vleermuisfeesten onveilig maakte. Ten tweede de hartverscheurende noodkreet ‘In a manner of speaking’ uit 1985, gezongen door part-time lid Winston Tong. Eerder gecoverd door Depeche Mode’s Martin L. Gore en onlangs in een bossanova-jasje gestoken door het trendy Franse project Nouvelles Vague, wiens versie te horen is bij de aftiteling van de bekroonde film Guernsey.
Beide klassiekers staan echter niet op Tuxedomoons actuele live repertoire. Het zwaartepunt van de set lag bij hun recente comeback-album Cabin in the Sky (2004). Van dit sfeervolle en afwisselende werkstuk werden veel songs gespeeld. Af en toe kwam er een nummer uit de oude doos voorbij, zoals ‘Desire’ en ‘Some Guys’. De leeftijd van het publiek kwam overigens aardig overeen met die van de band. Best prettig om me eens jong te voelen bij een concert.
De bezetting van de band is altijd onconventioneel geweest. Oprichters van de band Blaine L. Reininger en Steven Brown verdelen de vocalen onderling. De basis wordt gevormd door sfeervolle keyboards en een strakke, droge bas. Tuxedomoon heeft geen drummer, maar gebruikt een machine, voor zover de nummers tenminste beats bevatten. Hun geluid valt vooral op door de veelvuldige duels van saxofoon en trompet, die de nummers op een aparte manier kleuren. Verder worden nu en dan viool en mondharmonica ingezet. Alle bandleden hebben overigens ook legio solo-albums gemaakt in de loop der jaren.
Het centrum van het podium werd niet ingenomen door een zanger, maar door een ‘visueel artiest’. Met behulp van een handheld videocamera en allerlei teksten, afbeeldingen en artikelen uit de hobbywinkel zorgde hij voor originele projecties op een groot doek. Dit voegde beslist wat toe aan het optreden, dat ik toch al erg meeslepend vond. Niet in het minst door de overduidelijke ervaring en kwaliteit van de muzikanten.
In het begin van het concert ging de band voor sfeer, met enkele subtiel opgebouwde, instrumentale soundtrack-achtige nummers. Later werd het tempo wat opgevoerd met wat kortere, swingende songs. De muziek was onmogelijk onder één noemer te vatten. Dan weer dacht ik aan Tom Waits of Paulo Conte (vooral als de grappenmakende Reiniger zong), dan weer hoorde ik Morricone, new wave, jazz of zelfs Arabische invloeden. Blaine L. Reininger beschrijft het als volgt op zijn homepage: “Tuxedomoon is back on the road and will be inflicting new art hop trip wave minimalist romantic alternative voodoo robot chainfish music on your eyes, ears and knees”.