Het Utrechtse Louis Hartlooper Complex bood afgelopen zondag de voorpremière van een 41 jaar oude film: Il Gattopardo, van de Italiaanse regisseur Visconti. Voordat het Filmmuseum de gerestaureerde 35 mm kopie aan het Amsterdamse publiek presenteert, kreeg Utrecht de unieke gelegenheid alvast voor te proeven. 190 minuten somptueuze historisch decors, een balscène van drie kwartier, èn Claudia Cardinale, wat wil een doorgewinterde filmliefhebber nog meer?
Il Gattopardo, naar de gelijknamige roman van Tomaso di Lampedusa, vertelt het verhaal van de prins van Salina, die op het snijvlak van twee tijdvakken leeft: het Italië (of beter nog: Sicilië) van voor en na de Italiaanse eenwording (rond 1860). Tijdens dit zng. “Risorgimento” gaat de macht van de oude adel over op de liberale burgerij. De prins van Salina (Burt Lancaster) hoort tot de oude garde, maar ziet voor zijn enthousiaste neef Tancredi mogelijkheden in het nieuwe regime. Tancredi (Alain Delon) heeft het juiste gebrek aan scrupule om zich staande te houden, en trouwt uiteindelijk ook de dochter van een rijke liberaal, Angelica (Claudia Cardinale). Deze liberaal, Don Calogero, meet alles af aan de geldwaarde die er tegenover staat. Hij is de verpersoonlijking van de nieuwe wereld. De film laat zien hoe de macht overgedragen wordt – en tegelijk in dezelfde handen blijft. Zoals Tancredi zelf zegt: “Alles moet veranderen opdat alles hetzelfde blijft.” Voor de prins van Salina komt het allemaal te laat – hij zal zich nooit meer thuisvoelen in de wereld, die niet meer de zijne is.
De film moet gezien worden op een groot doek. Visconti staat bekend om zijn neo-realistische films, die het schrijnend lot van de armen laten zien, maar deze film gaat over een wereld van pracht en weelde, een vergane wereld die achter het Sicilië van vandaag de dag ligt. De beelden die zich ontrollen vervelen geen seconde (Technicolor mocht in haar handjes klappen met zo’n vertoon van schoonheid!), en daarboven klinkt de muziek van Nino Rota – en, als cadeautje van de regisseur aan het Italiaans publiek, een onuitgebrachte wals van Verdi himself.
Zit er ook een keerzijde aan een dergelijk genot? Jazeker. Italië an sich en Italiaanse kunstvormen in het bijzonder trekken een publiek van wat bij een gebrek aan een beter woord “kunstkakker” mag heten. Je met Italië afficheren is een uiting van bijzonder hoogwaardige status en praten over Italiaanse kunst is de verfijndste tijdspassering als je kinderen te oud zijn om ze naar pianoles te brengen. Maar helaas: ook onder de kunstkakkers vind je de nodige voorkruipers – en prompt sloeg ik in de pauze een waar Risorgimento gade, waarin twee bekvechtende italofielen elkaar voor rotte vis uitmaakten. Ik keerde ze de rug toe – deze wereld was niet langer de mijne.
Zien? 23 december in het Filmmuseum in Amsterdam
4 reacties
En, was die balscène een beetje functioneel?
Jazeker — maakte de overgang van de macht duidelijk — en hoe de prins zich daar niet meer in thuisvoelde — en gaf Visconti de kans die Verdi-wals breed uit te melken…
kunt u mij vertellen waarom het boek (de film) Het luipaard wordt genoemd ?
Het wapen (blazoen) van de prins van Salina is een luipaardkat. De luipaard staat dus voor de hoofdpersoon, maar ook voor het tanende geslacht van Salina (en misschien ook voor de gehele Siciliaanse adel… maar dat gaat misschien ver).