Het debuut van leeftijds- en stadgenoot Martijn Knol. Is het mogelijk een roman te recenseren die gesitueerd is in de Utrechtse studentenscene zonder de naam Giphart te laten vallen? Waarschijnlijk niet. Er zijn ook wel wat raakvlakken. Zoals spitsvondig taalgebruik en snelle humor. Of een verzengende liefde. In ‘De Duiker’ lijkt het verhaal in dienst te staan van de taal. Natuurlijk wil je als lezer wel weten of Johan zijn Iris weer terugvindt. Maar dit gegeven lijkt meer een kapstok te zijn voor alle one-liners en creatieve metaforen.
Wat niet wil zeggen dat er niets gebeurt. Eigenlijk bevat ‘De Duiker’ zelfs meerdere verhaallijnen. We maken kennis met het wel en wee van Kwik, Kwek en Kwak, de pseudo-pretentieuze & ranzige student-bewoners van ‘De Hamburcht’. Ze proberen elkaar vaak af te troeven met puissant leuke grappen. Van de ene op de ander dag krijgt Kwik, alias Johan, een ‘liaison’ met Iris, het toonbeeld van orde en regelmaat, maar toch ongrijpbaar. Vanaf dan is Iris voor Johan de maat der dingen. Als zij een jaar in Cambridge gaat studeren hoeft het voor Johan allemaal niet meer zo.
Tot hij besluit ook alleen op reis te gaan. Uiteindelijk vertrekt hij naar Italië, op het spoor gezet door een ansichtkaart op Iris’ kamer van een duikende man uit de oudheid. In het gebied waar de Etrusken tot grote welvaart kwamen doolt Johan rond, vastbesloten een grote ontdekking te doen. In het vervolg van het boek volgt een onrustig heen en weer springen tussen verschillende plaatsen en heden en verleden. Dan weer zwerft Johan op zijn slippers langs de tempels van Paestum, al dan niet met de jonge Italiaanse die hem op sleeptouw neemt, dan weer is hij in de gedachten op de Utrechtse Hamburcht, bij zijn of Iris’ ouders of bij Iris in Cambridge. In de laatste hoofdstukken lijkt het verhaal in nevelen op te lossen terwijl Johan steeds grieperiger wordt…
“De Duiker’ is vooral een fris boek, dat onderhoudend is om te lezen. Een onvoorspelbare structuur, creatief in taalgebruik, humoristische one-liners die soms bot, soms subtiel zijn. Het boek is tevens een spiegel van deze tijd, diverse namen van hedendaagse (tv-)persoonlijkheden en gebeurtenissen duiken tussen de regels op. Zoals gezegd is de narratieve ontwikkeling soms wat ondergeschikt aan de stijl. Ook heb ik bij vlagen de impressie dat Martijn iets te hard van stapel loopt en te veel in dit ene boek probeert te verwerken, waardoor het nu en dan een wat ‘dichte’ stijl krijgt. Desondanks is ‘De Duiker’ zeker een aanrader als je een origineel, eigentijds boek zoekt met vaart en humor en een geestige stijl.
Fagel, 2003. ISBN 9059140451