Mensje van Keulen gaf zondagmiddag een lezing, wat ze maar sporadisch schijnt te doen. Vooraf dekte ze zich in door te zeggen dat ze geen geoefend spreekster is, omdat ze meestal in alle rust op haar zolderkamertje schrijft. Dit leek echter een beetje valse bescheidenheid te zijn, want de schrijfster met de karakteristieke bos krullen gaf een zeer levendige voordracht.
Mensje leidde ons kriskras door haar gevarieerde oeuvre. Romans, verhalenbundels, kinderboeken… Veel bijval kreeg ze met het voorlezen van enkele letters uit haar dierenalfabet, ‘Van Aap tot Zet’, waarbij ze de letter ‘S’ in plat Haags voordroeg. Ook ‘Tommie Station’ had succes bij het publiek, dat vooral uit oudere dames bestond, die gruwelden van de beschrijving van de gore stationsrestauratie van het echtpaar Bokker, dat kroketten bakte van bedorven meel met wormpjes.
Ze begon met een stukje uit ‘Bleekers Zomer’, haar eerste (korte) roman uit ’72. Ik moet bekennen dat dit ook het enige werk is dat ik van haar had gelezen. Ze koos een passage waarin ze een afstotelijke vrouw beschreef die ‘minstens 50 moest wezen’. Toen leek haar dat heel oud, inmiddels is ze zelf die grens allang gepasseerd…
Wat haar verdere ‘volwassen’ repertoire betreft legde Mensje vooral de nadruk op haar recente werk: de verhalenbundel ‘Het andere gezicht’ en de romans ‘De Gelukkige’ en het autobiografische ‘Olifanten op een Web’. Dit boek schreef ze na de dood van haar moeder, als een soort monument. Mensje vertelde openhartig over de grote betekenis die haar moeder voor haar had. Tijdens het schrijven van ‘De Gelukkige’ bracht Mensje een bezoek aan Pakistan, waar ze erg onder de indruk raakte van de armoede en het grote aantal weeskinderen rond de grens met Afghanistan. Daarop besloot ze om een deel van het boek in Pakistan te situeren.
Over het algemeen las Mensje maar korte fragmenten voor, net genoeg om een sfeer op te roepen. Het grootste deel van de tijd vertelde ze uit de losse pols over hoe de boeken in elkaar steken of hoe ze tot stand kwamen. Ze vertelde eerlijk dat ze het schrijven vaak een moeilijk proces vindt. Momenteel is ze ook al geruime tijd aan het worstelen met een nieuw boek, dat nog niet op gang wil komen.
In de pauze en na afloop stonden de mensen geduldig in de rij om hun meegebrachte dan wel ter plekke aangeschafte boeken te laten signeren. Helaas was ik mijn ‘Bleekers Zomer’ vergeten. Een handtekening zou een leuk aandenken zijn geweest aan een onderhoudende middag.
Plaats van handeling was overigens het hoofdkantoor van de NS in Utrecht, te midden van showmodellen van de nieuwste treinstellen. Voor vaste klanten van de Nationale Spoorwegen zijn daar regelmatig literaire lezingen, waar altijd zoveel animo voor is dat loting noodzakelijk is. Ik kan niet anders zeggen dan dat dit het beste bedrijfsonderdeel van de NS moet zijn. Niet alleen zijn de lezingen leuk, maar de ontvangst is hartelijk en de catering is voortreffelijk!
Ditmaal was de opkomst overigens niet optimaal. Misschien vanwege het zomerse weer, omdat je voor het eerst alleen via internet kon reserveren of omdat de treinen vanuit het zuiden die dag niet reden…
1 reactie
Bedankt voor de recentie