Dit najaar telt een thriller of een roman niet mee als er geen schilderij in voorkomt. Na de Da Vinci Code kwam Het Sixtijnse geheim (Michelangelo), en daarvoor hadden we De Rafaël-affaire al gehad. Nu, met een aankomende Rembrandt-jaar, verschijnen er minstens vijf romans over de heer Van Rijn.
Dé roman over het leven van Rembrandt is van de hand van een voormalig privé-detective, Sarah Emily Miano. Miano laat familieleden, vrienden, buren, modellen en beschermheren over Rembrandt aan het woord en zelfs … het lijk van zijn beroemde schilderij De anatomische les van dr. Nicolaas Tulp.
Voor de jeugd is er “Het mysterie van de Nachtwacht”, waarin een jongen wordt gevraagd om in Rembrandts atelier te komen werken als hij net bezig is met de Nachtwacht. Tot grote ergernis van de schutterij blijkt de schilder vastbesloten zelf nog personen toe te voegen op het doek.
Bij Thomas Rap verschijnt een roman over Rembrandt, gezien door de ogen van zijn zoon Titus. Bert Natter over zijn werkwijze: ‘Uit de geschreven bronnen die over Rembrandt bewaard zijn gebleven rijst het beeld op van een onaangenaam mens. Door hem uit het perspectief van zijn zoon te bezien, kan ik Rembrandt het voordeel van de twijfel gunnen, zonder de feiten te weerspreken.’
De link met de Da Vinci Code ligt er wel erg dik bovenop in De Rembrandtcode: er wordt een lijk gevonden die in een schilderij van Rembrandt lijkt te figureren. In het schilderij blijkt Rembrandt een aantal Hebreeuwse tekens te hebben aangebracht, die na enig onderzoek een vingerwijzing lijken te zijn in de moordzaak. Sterker nog, ook andere schilderijen blijken, als je ze nader bestudeert, aanwijzingen te bevatten voor de moord op de oude grijze man. De hamvraag: Zou Rembrandt van Rijn al in de zeventiende eeuw deze moord hebben voorzien?
Zijdelings komt Rembrandt ook terug in Vals beeld, van de Gouden Strop winnaar Elvin Post. Hierin is sprake van een schilderijenroof door twee meestervervalsers uit Bostons Isabella Stewart Gardner Museum. Een van de doelwitten: Rembrandts Christus in de storm op het meer van Galilea…
Javier Sierra houdt zich verre van Rembrandt, maar voert Da Vinci als een historisch personage op in de bibliothriller (nieuw woord?) Het geheime avondmaal. De uitgever (Bezige Bij/Cargo) schrijft: “Doorspekt met mysteries en sfeervolle beschrijvingen van architectuur, kunst en literatuur is Het geheime avondmaal de enige historische thriller die zich echt kan meten met De Da Vinci Code. Een knappe historische thriller, die zich kan meten met Eco’s De naam van de roos en de succesvolle boeken van Monaldi & Sorti.” Echt! Let u op: al het andere is namaak.
In het rijtje mag Iain Pears natuurlijk niet ontbreken. Hij legde misschien wel de basis voor het genre, met zijn reeks detectives met in de hoofdrol de Engelse kunsthistoricus Jonathan Argylle en zijn assistente Flavia di Stefano (De kunstgreep, De Rafaël-affaire). Hij komt ook met een nieuwe roman, waarin een belangrijke rol is weggelegd voor … een kunstcriticus en een schilder.
Opmerkelijk: zelfs de nieuwe Baantjer die eind deze maand verschijnt, gaat over de moord op een kunstenaar (!) Misschien is het een idee voor boekhandels een aparte top tien voor het genre (bibliothrillers?) aan te leggen…