In het fonds van uitgeverij De Geus zitten sinds kort ook goede jonge Nederlandse/Vlaamse auteurs. Zo brak Annelies Verbeke vorig jaar door met haar fantastische debuut Slaap. Een nieuwe ster aan het front is Esther Gerritsen. Alhoewel, nieuw is Esther Gerritsen eigenlijk niet. Ze heeft al meerdere publicaties op haar naam staan (Bevoorrecht bewustzijn, Tussen een persoon), maar met Normale dagen denk ik dat ze wel eens bij en groter publiek bekend kan gaan raken.
De roman gaat over Lucie die vanuit het niets een telefoontje van haar oma krijgt dat opa op sterven ligt. Lucie heeft al jaren geen contact meer met haar grootouders, ondanks dat ze door hun is opgevoed. Ze besluit de wens van oma te honoreren en vertrekt naar het oosten van het land om opa’s laatste dagen mee te maken. Opa en oma zijn van de oude stempel: niet denken maar doen. Geen overloos geklets over van alles en nog wat, maar hard aan het werk met de dingen die nu eenmaal moeten gebeuren op een dag. Een groter contrast tussen hen en de jonge Lucie, die bezig is met een toneelstuk over Timothy McVeigh (de bommenlegger van Oklahoma), is bijna niet mogelijk.
De handeling van het boek is vrij eenvoudig: vanaf het telefoontje tot de teraardebestelling van opa: er gebeurt buiten dit niet veel.
We lezen in Normale dagen over het verschil tussen stad en platteland, over de kloof tussen jong en oud en over misschien wel het verschil tussen denkers en doeners. Gerritsen heeft een zwak voor dwarse observaties, vervreemdende gedachtes en ongemakkelijke situaties. Het sterke aan deze roman is mijns inziens dat niet alles kapot beredeneerd wordt. Gerritsen beschijft situaties in een zeer prettig leesbare stijl, die veel mensen aan zal spreken, zonder ze te duiden en zonder een oordeel te vellen. Dit laat Esther Gerritsen aan de lezer. Neem deze roman tot u!