Ode aan de volkssport

Leve het bruine monster affiche In het kader van het WK Voetbal tot 20 jaar, organiseerde het LHC een weekend met voetbalfilms. Films waarin voetballers gespeeld worden door acteurs spreken mij zelden aan. Documentaires over historische sportmomenten des te meer. Ik bekeek gisteravond de laatste film op het programma, “Leve het bruine monster”.

Ik zat bijna alleen in de zaal, op een vrouw na van wie ik vermoedde dat ze bij het filmhuis werkte. Er schenen zes kaartjes verkocht te zijn, maar de eigenaren gaven kennelijk de voorkeur aan het terras of waren nog chagrijning van het nipte verlies van de Oranje-jeugd. Zonde, want ze misten een prachtige nostalgische documentaire.Leve het bruine monster is in 1998 samengesteld door Sherman de Jesus en bestaat uit een aaneenschakeling van historische beelden. De zwart-witfragmenten worden aan elkaar gepraat door vertellers Huub Stapel en Gijs Scholten van Aschat, die toepasselijke Polygoon-stemmen opzetten. Hun commentaarteksten worden afgewisseld door voetbalproza en poëzie van ondermeer Cees Buddingh’, Willem Wilmink, Nico Scheepmaker en Jules Deelder.

De film vertelt een chronologisch verhaal, van de oprichting van de eerste voetbalclub HFC in 1879 door Pim Mulier, tot de successen van van Abe Lenstra en Faas Wilkes in de jaren veertig en vijftig. Op speelse wijze wordt verteld hoe het bruine monster in korte tijd de samenleving verovert.

Natuurlijk zijn er serieuze journaalbeelden en wedstrijdfragmenten te zien. Bijvoorbeeld over het ontstaan van de rivaliteit tussen Nederland en Duitsland. In 1934 leed Nederland een smadelijke nederlaag in het Olympisch Stadion tegen de Duitsers, die de Hitler-groet brachten tijdens de volksliederen (waar de toeschouwers nog niet veel achter zochten). Ruim twintig jaar later in 1956 is de wraak echter zoet. Nederland verslaat de wereldkampioen van 1954 met 2-1 in Düsseldorf, door twee goals van de 35-jarige Abe Lenstra. Belangrijke factor was de terugkeer in de selectie van de Nederlandse vedetten in het buitenland, wier profcarrière lange tijd onverenigbaar werd geacht met de sportieve idealen van de Keuzecomissie van Oranje. Us Abe bleef overigens altijd in Nederland, ondanks aantrekkelijke aanbiedingen uit Italië. Hij nam er zelfs nog een plaatje over op: “Bij ons in Holland“.

Er zijn in de documentaire veel nostalgische curiositeiten te zien, die vaak erg humoristisch overkomen. Het eerste Nederlands elftal, waarin elke speler het shirt van zijn eigen club droeg en een platte pet op zijn hoofd (hoge hoeden werden op het laatste moment afgewezen). De drie bomen die in het midden van het veld van HFC stonden en die de thuisspelers handig gebruikten. De reclame voor gezonde sigaretten door de legendarische radiocommentor Han Hollander. De stichtelijke woorden van Professor Oudewijf die op de gevaren van het voetbal wees. Het kantoor vol identiek uitziende typistes die in een muzikale ode aan het voetbal uitbarsten en zwijmelen van hun voetballende collega.

“Leve het bruine monster” is een prachtige poëtische ode aan de beginjaren van het Nederlandse voetbal. Hopelijk komt hij nog eens op tv, de film is mede mogelijk gemaakt door de TROS.

Overigens kreeg ik als leuke verrassing van een LHC-medewerker twee vrijkaartjes voor de halve finale van het WK tot 20 jaar, Brazilië – Argentinië in de Galgenwaard. Aangezien het al morgen plaatsvindt en ook nog om 17:30, vrees ik dat het lastig wordt om een medestander te vinden. Geïnteresseerden mogen zich melden…