De Utrechtse meubelfabriek Pastoe hield het hele weekend open huis, zowel in het kader van de Open Monumentendag als de dag erna tijdens het Utrecht Uitfeest.
De fabriek is opgericht in 1913 en sinds 1918 gevestigd aan het Rotsoord langs de Vaartse Rijn. Inmiddels heeft het bedrijf aanzienlijk minder ruimte nodig voor de productie. Een deel van het pand is daarom nu het domein van het Dutch Design Center, een showroom voor meubelen van Pastoe en verwante fabrikanten.
Hoewel ik niet ver van het complex woon, was ik er nog niet eerder over de drempel gestapt (misschien uit vrees dat men direct zou zien dat m’n budget toch niet toereikend is voor hun woonoplossingen). Er was bijzonder veel animo voor een rondleiding, waardoor de twee groepen waarin we werden opgedeeld eigenlijk nog te groot waren. Onze gids werkt al sinds de jaren ’70 bij Pastoe, dus hij kon veel over de ontwikkelingen van het bedrijf vertellen, bijvoorbeeld dat het eind jaren ’70 bijna failliet was.
Vanuit het Design Center liepen we naar de productiehallen. Opvallend was de bijzondere dakconstructie, die ervoor zorgt dat er veel daglicht binnenvalt. In de hallen worden de (tegenwoordig al op maat aangeleverde) planken in de juiste kleur gespoten en verwerkt tot meubels. Pastoe heeft geen artikelen op voorraad: pas als een bestelling binnenkomt, wordt de benodigde hoeveelheid meubels gemonteerd. Sommige artikelen blijven decennia (met slechts kleine wijzigingen) in productie, zoals de ‘Amsterdammer’.
Vervolgens bekeken we nog wat delen van het complex die hun industriële functie hadden verloren. Zoals de indrukwekkende machinekamer, nu een mooie plek voor de bedrijfskantine. Ook zijn er ruimtes voor exposities op het gebied van design en vormgeving, bijvoorbeeld voor studenten van de HKU.
Na afloop konden we het niet nalaten om nog even de uitgestalde interieurobjecten in het Dutch Design Center te bewonderen, waarvan de prijskaartjes doorgaans subtiel verstopt waren. Voorlopig hou ik het maar bij een echte Ikea of een kringloopvondst.