Papa Indiana

Op zijn tijd een lekkere B-film moet kunnen. In dat kader ging ik naar Indiana Jones and the Crystal Skull. Volgens het verhaal stapte Harrison Ford naar Steven Spielberg en zei: “Ik ben klaar voor een volgende Indiana Jones film.”

Cate BlanchettHet verhaal vertelt niet of Ford, die inmiddels de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, krap bij kas zat, en of Spielberg meewarig glimlachte om Fords wens zijn gloriedagen te doen herleven. Berichtgeving concentreert zich op het feit dat Ford zo fit is gebleven dat hij nog in zijn oude kleren kon, en de meeste stunts zelf deed, en op het feit dat er zo min mogelijk gebruik is gemaakt van digitale technieken (al staat er een legioen medewerkers op dat front op de aftiteling). Maar hoe is de film zelf?

Het verhaal achter de kristallen schedel uit de titel is fascinerend en op zichzelf een film waardig. In 1943 presenteerde Mitchell-Hedges, een bankier op avonturierspad, een kristallen schedel. Hij vertelde dat hij deze samen met zijn dochter had ontdekt toen hij zocht naar sporen van Atlantis in Midden-Amerika. Mitchell-Hedges liet de schedel testen bij Hewlett Packard (jawel, van de printers). Uit deze tests bleek dat het bijna onmogelijk was iets dergelijks te maken, en dat dat zeker zo’n drie eeuwen had moeten duren. Het verhaal verliest wat van zijn charme door de beschuldigingen van fraude: het British Museum claimt dat de bankier de schedel op een veiling heeft gekocht, en dat het om een object uit de negentiende zou gaan. Bij HP zelf is ook niets bekend over de uitgevoerde testen. De dochter van Mitchell-Hedges, Anna, heeft echter tot vorig jaar, toen zij overleed, geloofd in de psychische krachten van het ding.

Spielberg geeft een soort Close Encounters verklaring mee aan de schedel, waarmee we weliswaar een mooie samenvatting van een groot deel van zijn oeuvre te zien krijgen (avontuur à la Indiana Jones, The Goonies versus sci-fi à la Close Encounters, E.T., War of the Worlds, etcetera), maar die een beetje aan de haren bijgesleurd aanvoelt. De vorige Indy-films waren ook behoorlijk vol aan verwijzingen, maar die kwamen dan toch meestal uit dezelfde doos. De mythisch schatkamers van het Oude Testament (Raiders of the Lost Ark), het Indiase Hindoe-Pantheon (Temple of Doom), en de Middeleeuwse Graallegende (The Last Crusade) werden alle schaamteloos leeggeroofd. Het erfgoed van de Maya-beschaving bleek echter niet genoeg om een avontuurlijke film te dragen.

De grootste andere feil van deze film is de beperkt uitgewerkte dialoog. Dit eerbetoon aan de jaren 30 of jaren 50 B-film moet het hebben van snedige opmerkingen van een onderkoelde held, die ook in de meest penibele situaties zijn sarcasme niet voor zich kan houden. Het is de toon waar de Amerikaanse Marvell-comics & de James Bond films van bol staan. Het meest briljant werkt deze humor bij vijanden die over the top slecht zijn en bij stoere vrouwen die aan onze held gewaagd zijn. En met name in Raiders of the Lost Ark en The Last Crusade werkte de chemie tussen Indiana Jones en partners Salah, Marcus Brody, Marion, Allison Doody èn Indy’s vader (Seon Connery) fantastisch. In deze film is het fijn dat Marion weer van de partij is, maar noch zij, noch John Hurt en Ray Winston krijgen veel vuurwerkdialogen voorgeschoteld. Cate Blanchett is redelijk als schurkin, maar zij kan zich ook niet ècht uitleven (desondanks heeft ze zich voor haar rol wel verontschuldigd aan het volledige Russische volk…).

Voeg daaraan toe dat de mogelijkheden tot spannende plotopbouw door subtiele verwijzingen tot een minimum beperkt blijft, en je blijft een beetje met een hongergevoel achter in de bioscoop. Ik had niet meer verwacht, maar er had meer ingezeten. Maar goed: oorspronkelijk stonden er vijf Indiana Jones films op het programma. Spielberg kàn zich nog revancheren…