Remco Daalder schreef twee boeken over Amsterdamse stadsnatuur, maar zijn laatste werk Grafherrie speelt zich af in een heel ander milieu: de hoofdstedelijke punkwereld van de vroege jaren ’80. Hij beschrijft zijn muzikale belevenissen in de kraakpanden en andere obscure muziekholen.
De verhalen zijn evenmin verfijnd als de bijbehorende muziek: de ik-figuur trok de juiste outfit aan, kwam in de stemming met genoeg bier, voelde de adrenaline stromen door de opzwepende muziek, ging tekeer in de moshpit, vocht soms met wat skinheads en belandde meestal niet in bed bij z’n beste vriendin.
Later verlegt hij zijn interesse naar meer industriële, avantgardistische muziek. Eind jaren ’80 raakt de muzikale pijp echter leeg voor Daalder. Een flinke blessure, opgelopen in een kraakpand, vormt de aanleiding om studie en werk serieuzer te nemen. “Met dat been zal ik flink uit de running zijn. Kan ik mooi mijn scriptie schrijven en afstuderen. En daarna begin ik een eigen bureau en zal ik nooit, nooit meer naar een punkconcert gaan.”
Hier had het verhaal kunnen eindigen, maar er volgen nog een paar hoofstukken als toetje. In 1995 wordt de hoofdpersoon namelijk toch weer gegrepen door het muziekvirus (‘het beest ontwaakt’), tijdens een toevallig concertbezoek. Niet lang daarna ontdekt hij de gothic subcultuur, die een vergelijkbare energie en gevoel van `anders zijn dan de normalo’s` bij hem opwekt als de punk in zijn jongere jaren.
Grafherrie is een boek met veel vaart dat ik in een ruk uitlas. Daalder is op z’n best in het levendig beschrijven van de optredens en de passie die hij daarbij voelde. Boeiend vond ik het om te lezen over legendarische concerten die zich voor m’n tijd afspeelden van groepen als Laibach en SPK. Een beetje jammer vond ik het dat zijn recentere avonturen in de gothic-scene (die ik zelf vrij goed ken) maar een klein deel van het boek besloegen. Misschien levert dit nog eens voer op voor een uitgebreider vervolg? Uit Daalders vermakelijke proloog blijkt in ieder geval dat hij nog wel een poosje z’n oren blijft verpesten in (tegenwoordig iets minder) rokerige zaaltjes…