Binnenkort start de metamorfose van Muziekcentrum Vredenburg. In de periode 2007 – 2011 moet een heus Muziekpaleis ontstaan. Tijdens de werkzaamheden zijn er vervangende podia in de Leeuwenberghkerk en in Leidsche Rijn.
De kleine zaal van Vredenburg verdwijnt deze zomer voorgoed, dus bracht ik nog snel een bezoek. Artiest van dienst was Alex Roeka met zijn band.
Volgens zijn levensverhaal bracht hij jaren op zee door, maar maakte uiteindelijk vanuit Amsterdam naam met een ‘autobiografische liederencyclus’.Ik werd op het spoor gezet van deze liedjeszanger door een uitzending van VPRO’s Vrije Geluiden. Rauw en doorleefd zijn termen die je steeds tegenkomt in artikelen over zijn muziek, waarin nachtleven en straatrumoer een prominente rol spelen en de drank rijkelijk vloeit. Brel, Shaffy en Huub van der Lubbe zijn vaak terugkerende referenties. Leven, liefde en dood, daar draait alles om.
Bij het programma in Vredenburg (in de concertreeks Straffe Mannen) stond de cd Hadeskade centraal. Op dit album vertelt Roeka het verhaal over zijn geliefde die vertrekt, zijn hieropvolgende instorting en uiteindelijk haar terugkeer en de herontdekking van de liefde.
De soepel spelende band (gitaar, piano, staande bas en accordeon) wisselde moeiteloos een intieme ballad af met een opzwepende tango. De nummers werden door Roeka met gruizige stem droogkomisch aan elkaar gepraat.
Een van de hoogepunten van het meeslepende concert was het ingetogen wielerlied ‘De rode vod’ (hele mp3). Bij de toegift kregen we nog enkele gepassioneerde odes aan de Brabantse Heimat van de chansonnier: Vuur en ijs (fragment) en Kermis in Ravenstein (fragment).
In april verschijnt van Alex Roeka een boek met liedteksten en een cd met nieuwe nummers bij Nijgh & van Ditmar, getiteld Mannenwoestijn.