Summer Darkness 2004

Wachten voor de Janskerk In zomerse weekends is het altijd wel druk langs de Utrechtse grachten. Afgelopen weekend zag het echter letterlijk zwart van de mensen. Oorzaak was de tweede editie van het Summer Darkness festival, gewijd aan gothic muziek en ‘lifestyle’ in de breedste zin van het woord. Drie dagen lang waren er concerten in Tivoli, De Helling, Ekko en zelfs in de Janskerk, met veel bands die zelden of nooit in Nederland spelen. Tegelijk was het een ontmoetingsplek voor duister-romantische zielen, waaronder een aardige buitenlandse afvaardiging. Zo’n 3000 bezoekers, veelal opvallend uitgedost, werden verwacht op dit festival, dat toch vooral in het teken van de muziek stond, ondanks het woord ‘lifestyle’ in de ondertitel.

Hello darkness, my old friend…Drijvende kracht achter ‘SD’ is Kees de Brouwer aka Cybercase aka DJ X-X-X, die al 10 jaar de succesvolle Cyberia-feesten in Ekko runt, alsmede diverse avonden elders in het land. Eerder kreeg hij al podia op Metropolis en Lowlands voor elkaar, gewijd aan ‘cybergothic’, zoals Kees de moderne, vaak elektronische variant noemt van jaren ’80 gothic, electro (EBM) en industrial.
Summer Darkness Voor Summer Darkness verenigden Cybercase, Ekko en Tivoli hun krachten om een festival neer te zetten dat voor Nederlandse begrippen uniek is. In het buitenland (o.a. Leipzig) zijn al jarenlang grote gothic evenementen, in Nederland blijft de aandacht voor deze obscure muziekscene meestal beperkt tot kleine undergroundfeestjes voor insiders.
Ook Mojo heeft een flinke vinger in de pap bij Summer Darkness. De inbreng van Mojo vertaalt zich vooral in het programmeren van de nu razendpopulaire gothic metalbands, zoals After Forever. Cybercase zelf houdt zich doorgaans niet bezig met (gothic) metal, maar door de toevoeging van metalbands aan het festival zal het geheel ongetwijfeld groter kunnen worden opgezet. Resultaat is wel een festival met muzikaal behoorlijk breed uitwaaierende stijlen. Want behalve cybergothic en gothic metal kun je op Summer Darkness bijvoorbeeld ook traditionele folk horen of experimentele ambient.

Op een festival met meerdere podia moeten keuzes worden gemaakt. Vrijdagavond wilde ik m’n krachten sparen en pikte ik slechts een paar uurtjes mee in Ekko, om in de stemming te komen. Ekko bleek uit z’n voegen te barsten, daarom was een ‘één erin, één eruit’-principe van kracht. Mede hierdoor misten we het Amerikaanse Terrorfakt. Of het een echt gemis was weet ik niet, later vernam ik dat de industriële stampende noise vrij monotoon was en de videobeelden wel erg bloederig en shockerend.
Pzychobitch vond ik verrassend leuk. Dansbare industriële techno, soms zelfs trance-achtig, met een charismatische zangeres met een punky stem. Zouden ze best op Dance Valley kunnen neerzetten, naast bijvoorbeeld Chicks on Speed.
PAL Daarna was het de beurt aan de éénmans-act PAL. Al jaren een van de boegbeelden van het Duitse industriële label Ant-Zen. Zeker een muzikant met een bijzonder repertoire, zoals te horen valt op de compilatie ‘Retro’. Minimale doch effectieve ritmes en geluiden, een kil sfeertje en interessante samples. Live is de act minder relevant: de autistisch ogende PAL zet een tapeje op, drinkt een hoop bier, ‘zingt’ bij een nummer of 2 en slaat wat op electronische drumpads, waarvan de toegevoegde waarde onduidelijk blijft. Je kunt echter wel goed op z’n muziek bewegen. De afterparty lieten we voor het was, zaterdag zou een lange dag worden.

Zaterdag begon bijzonder. Bezoekers van de wekelijkse bloemenmarkt zullen verbaasd gekeken hebben naar de zwartgeklede bezoekers van een bijzondere ‘dienst’ in de Janskerk. Twee folkbands gaven hier een akoestisch optreden. Het Utrechtse Omnia (‘neo-Keltische paganfolk’) speelde een succesvolle thuiswedstrijd. Het drietal bespeelt diverse snaarinstrumenten, fluiten, harp, percussie en didgeridoo. Rustige harpstukken worden afgewisseld met rituele trommelstukken. Hun repertoire is gevarieerd, van Ierse en Bretonse folk tot voorchristelijke stukken. Met hun ‘heidense’ karakter dreven ze geregeld de spot met de lokatie waar ze optraden. Sterke troef is de podiumpresentatie van Omnia: met veel humor worden de nummers aan elkaar gepraat.
Faun + Omnia Na Omnia speelde de bevriende Duitse band Faun. Uitstekende muzikanten met veel speelplezier, die in een vrij rustige set bekende middeleeuwse melodieëen koppelden aan Duitstalige folky stukken. Tot slot werden nog een paar nummers gespeeld door ‘Faunomnia’, oftewel alle muzikanten van beide bands tegelijk op het podium, wat de feestvreugde verder opvoerde. Zowel Faun als Omnia speelden in hetzelfde weekend overigens ook op het Eindhovense Folkwoods-festival.

Rosa Crvx Later op de middag verplaatsten wij ons naar Tivoli. De Franse cultband Rosa Crvx had een wel heel bijzondere podiumopstelling, die roadies nachtmerries zal bezorgen. Behalve een vleugel en een contrabas gebruikte de band op het podium een batterij zelfspelende (!) trommels (denk aan het Duracell-konijn) en een stellage met 10 kerkklokken! Verder werd er gezwaaid met twee enorme vlaggen, waren er videoprojecties en was er een speciale performance met een naakt duo dat zich te buiten ging op een stellage vol zand. Dit leidde de aandacht wat af van de muziek, die lekker zwaar en bombastisch is, maar niet al te gevarieerd. Bovendien was de stem en het gitaarspel van de frontman niet echt m’n ding. Desondanks een aparte belevenis.

Faun Vervolgens was het tijd voor het tweede optreden die dag van Faun. In het grotere Tivoli werd gekozen voor een meer opzwepende aanpak. Ditmaal was een extra muzikant van de partij, die dansbare ritmes toverde uit een elektronisch kastje. In combinatie met de middeleeuwse instrumenten zorgde dit voor een vrolijk geheel, wat de bezoekers prima konden waarderen.
Corvus Corax Vreemd genoeg stond temidden van deze middeleeuwse sferen een heftige cyber-electro band geprogrammeerd, te weten Combichrist. Wij besloten voor een eetpauze te kiezen en terug te keren voor feestband-bij-uitstek Corvus Corax, die vorig jaar hoge ogen gooiden op Lowlands. Stel je een zevental gespierde halfnaakte kerels voor, die belachelijk grote trommels en een batterij doedelzakken bespelen in moordend tempo. Het resultaat is een soort middeleeuwse hardcore,die ontzettend energiek is, maar mij toch gaat vervelen na een paar nummers wegens gebrek aan variatie. In het bomvolle Tivoli ging het dak er echter af, en liet het publiek zich mennen door de enigszins egotrippende bandleden om te klappen, handen in de lucht te steken of mee te brullen.

Vervolgens was er de keuze uit verschillende feesten. In Tivoli stond Cybercase garant voor een partij stampende electro. Het ACU had zich ook aangesloten bij het festival en bood een feestje aan met klassiekers van eind jaren ’80/begin jaren ’90. Wij kozen echter voor De Helling, aangezien daar nog enkele nachtelijke concerten plaatsvonden van acts uit de stal van het Duitse label Black Rain. Van het Argentijnse Lamia pikten we net het staartje mee: een originele combinatie van electro en een operazangeres. Het deed me wat denken aan Die Form uit Frankrijk.

Kutna Hora Na Lamia speelden landgenoten Kutna Hora. Ze begonnen wat aarzelend met hun mix van folk en wave, maar werden gaandeweg steeds overtuigender. Leuk was dat de zangeres van Lamia een nummertje meezong.
Novalis speelde een degelijke set van akoestische folky nummers, maar is wel wat statisch, doordat de zanger/gitarist het hele optreden op een stoeltje zit.
Predella Avant Meer vuurwerk bood het Nederlandse Predella Avant om een uurtje of 3 ’s nachts. Bombastische muziek met drie strakke trommelaars, militant sfeertje, industriële geluiden maar ook monumentale klassieke samples en zowel mannelijke als vrouwelijke declamerende zang. Helaas draaiden ze ditmaal niet de sfeervolle zwartwit-films op de achtergrond die de band doorgaans gebruikt. Voor de afsluitende War of Roses-dansavond met folky en industriële klanken was niet veel animo meer, de zaal werd iets eerder leeggeveegd dan gepland. Maar de dag was zo wel lang genoeg…

Zondag was het programma wat beperkter. In De Helling speelden enkele Nederlandse metalbands, in Tivoli traden ’s avonds trekkers In Extremo en After Forever op.
Sanctum Voor de meest bijzondere muziek moest je echter in Ekko zijn, met vier acts van het Zweedse label Cold Meat Industry. Doordat het zaterdagnacht erg laat werd was het even slikken om zondag middag om 2 uur weer bij het podium te staan.
Sanctum slaagde er echter goed in om me weer wakker te krijgen: veel dynamiek, met zware harde en emotioneel geladen rustige passages, en twee zangers die al hun frustraties eruit gooiden, een soort van schreeuwtherapie. Een intens en overtuigend optreden.

Coph Nia Coph Nia was ook bijzonder duister, maar kalmer en ritueler. Zanger Aldenon heeft een mooie zware stem, een beetje a la Michael Gira (Swans), waarmee hij Crowleyiaanse teksten declameerde. Misschien zou hij vaker ‘gewoon’ moeten zingen, wat best goed klonk in de leuke cover van ‘Sympathy for the devil’. De live drummer was ook overtuigend en een leuke verrassing was de zangeres die op een aantal nummers meezong en ook nog een bijzonder strijkinstrument bespeelde (een ‘Ocean Harp’ volgens 3voor12).

In Slaughter Natives was op papier de meest bekende en legendarische act, die ook een aantal albums uitbracht op het experimentele Amsterdamse Staalplaat-label. Hoewel de orchestrale industriële act bekend staat als hard en bombastisch, kabbelde het in het begin een beetje voort. Dit zal mede komen door de podiumpresentatie, slechts bestaande uit een (afschrikwekkend uitziende) zanger en een knoppendraaier/VJ. Aan het einde kwamen er gelukkig wat klassiekers voorbij en ontstond er ook wat meer beweging in het publiek.
Raison d'Etre De duistere ambient van Raison d’être, een van de vele projecten van Peter Andersson, mocht de middag in Ekko afsluiten. Veel mensen voelden hun benen wel en ondergingen zittend de sfeervolle soundscapes, voorzien van fraaie projecties van roestige oude schepen en fabrieken.

De echte die-hards zullen zich zondagavond nog in Tivoli hebben verzameld. Ik vond het inmiddels wel voldoende. Na Corvus Corax hoefde ik het middeleeuwse spektakel van In Extremo niet meer te zien en bij After Forever was ik bang onder de voet te worden gelopen door tienermeisjes.
Al met al was Summer Darkness een zeer gevarieerd festival, met genoeg bijzondere optredens om het geslaagd te noemen. Prettig ook om eens alles fietsend/lopend te kunnen bereiken. Er scheen ook een watertaxi te zijn geweest tussen de lokaties, die ga ik volgend jaar maar eens proberen. want er zal ongetwijfeld een vervolg komen…

5 reacties

Op zoek naar Omnia kwam ik dit tegen (net als het stukje over Danu Day d.d. 9 mei 2004)…..

Hartstikke leuk en dank jullie wel voor het plaatsen !

Groetjes en ga zo door !

Goeie recensie Hans, lekker leesbaar.

En het weer was vrijdag ook wel lekker duister.