The Dreamers (Bernardo Bertolucci)

klik voor groter plaatje - The Dreamers Het was rustig, ’s middags op eerste paasdag in de bioscoop. Slechts een dozijn mensen keek samen met ons naar de nieuwe film van ouwe rot Bertolucci: ‘The Dreamers‘. Volgens de Italiaanse regisseur worden de revolutionaire gebeurtenissen van 1968 te weinig herdacht dan wel ondergewaardeerd.

Daarom staat in zijn nieuwste film de generatie ’68 centraal. Plaats van handeling is uiteraard Parijs, waar de opstand tegen het heersende gezag begon onder studenten, en zich later verspreidde naar andere lagen van de bevolking. Parijs in 1968 was ook het epicentrum van de cinematofielen, of ‘film buffs’, zoals de hoofdpersonen in ‘The Dreamers’ zich noemen.Vooraf had ik meer scènes verwacht van protesten, barricades, menigten en gevechten met de oproerpolitie. Dit blijft echter beperkt tot het begin en einde van de film, alsmede enkele indirecte manifestaties. Er schijnen veel overeenkomsten te zijn met de klassieker Last Tango in Paris (1972), die ik nog maar eens moet zien.

‘The Dreamers’ begint bij de Cinémathèque Française, hét centrum van de film in Parijs en misschien wel de wereld. Een vaste bezoeker is de Amerikaanse student Matthew. Zijn eerste woorden: “The first time I ever saw a movie at the Cinémathèque Française, I felt: only the French would house a cinema inside a palace”. Als op een dag bioscoopdirecteur Henri Langlois wordt ontslagen door het Ministerie van Cultuur, ontstaan er protesten bij de Cinémathèque. In deze roerige sfeer leert de vrij timide Matthew de onconventionele broer en zus Theo en Isabelle kennen. Al snel wordt het drietal onafscheidelijk en neemt Matthew zijn intrek in het huis van zijn nieuwe vrienden, wiens ouders een maand weg zijn.

Wat volgt is een verwarrende periode. Op straat neemt de onrust en de protestbeweging in omvang toe. Matthew, Theo en Isabelle leven echter op claustrofobische wijze om elkaar heen in het huis. Ze doen filmspelletjes, waarbij ze van elkaar moeten raden welke scène wordt nagespeeld. Of ze hebben heftige discussies of Chaplin of Keaton beter is. Sowieso is ‘The Dreamers’ een paradijs voor cinematofielen, de film is doorspekt met citaten en referenties naar de filmgeschiedens. Zo sprint het drietal in recordtijd door Het Louvre, net als de hoofdpersonen in Jean Luc Godards ‘Bande à part’.

Al snel krijgt hun omgang ook een erotische lading. Niet alleen tussen Matthew en Isabelle, maar ook broer en zus blijken een meer dan familiaire band te hebben, die me deed denken aan Ian McEwan’s ‘The cement garden’. Terwijl steeds meer burgers in staking gaan en andere burgerlijke ongehoorzaamheid plegen, worden de drie studenten vooral in beslag genomen door hun complexe driehoeksverhouding. Isabelle voelt zich aangetrokken tot Matthew, maar is ook bang om Theo kwijt te raken.

De film zit vol seksuele spanning en verwarring, met diverse erotische scènes. De hoofdpersonen (Michael Pitt, Louis Garrel en vooral Eva Green) zijn mooi om naar te kijken. De cameravoering is erg verzorgd, met diverse mooie shots. ‘The Dreamers’ heeft vaak een mooie dromerige en nostalgische sfeer. De 60’s muziek schalt lekker uit de boxen en cinemaliefhebbers komen bijzonder aan hun trekken.

Helemaal overtuigend vind ik de film toch ook weer niet. Waarom heeft de erotische, incestueuze driehoeksverhouding zo’n prominente rol in een film die vooral over de revolutionaire generatie zou gaan? Is het dat Isabelle, Theo en Matthew op hun persoonlijke manier dromers zijn, dromen over een wereld zonder conventies, over sociale verandering net als de demonstranten op straat? Zijn hun seksuele spelletjes op de een of andere manier een metafoor voor een culturele revolutie? Wat ik ook mis zijn de drijfveren van de generatie ’68 om in opstand te komen. Verder lost het einde van’The Dreamers’ lost enigszins in rook op. Of hoort dit zo bij Nouvelle Vague? Ik heb zeker genoten van de film, maar bleef ook met veel vraagtekens achter.