Ik had me heilig voorgenomen om de twee minuten stilte van de dodenherdenking in acht te nemen. Dat vind ik een mooi ritueel. Bovendien hebben mijn ouders de oorlog bewust meegemaakt. Mijn moeder als klein meisje, in een Jappenkamp. Mijn vader als tiener, ondergedoken om de Arbeitseinsatz te ontlopen. Jammer dat ik tijdens hun leven niet meer naar hun ervaringen in de oorlog heb gevraagd. Uit zichzelf hebben ze er weinig over verteld.
Voor de herdenking probeerde ik nog even een verstopping van de wastafel in de badkamer te verhelpen. Ik verwijderde een kilo gore prut uit de zwanehals. Dit betekende helaas geen doorbraak. Na een half uur prutsen en tieren was de boel nog steeds verstopt. Het enige verschil was dat de afvoer nu ook nog lekte. Van de regen in de drup dus. Ik keek op mijn horloge. Tien over acht. Te laat voor stilte. Hopelijk komt de loodgieter gauw om ons te bevrijden.