Zuidelijk Europa

Dit weekend blader ik – zoals ook vorig jaar te laat om een abonnement te nemen – het programma 2005-2006 van de Stadsschouwburg Utrecht door. Ik word er wat melancholiek van als ik de voorstellingen van het Zuidelijk Toneel zie — een nieuwe regisseur (Matthijs Rümke), een nieuw geluid. De website laat ook al een nieuw gezicht zien. Ik heb spijt dat ik zo laat hun oude werk ontdekt heb. Een paar weken geleden, bij de Sociale Dienst: Fort Europa.

Gelukkig is er nog informatie te vinden over ZT Hollandia, zoals de groep na de fusie met Hollandia ging heten. Regisseur Johan Simons (van die bewuste troupe) nam de rol van regisseur Ivo van Hove over en bracht stukken die bewezen dat het theater niet per se vast zit aan de taal van het gesprokene, ‘maar dat de combinatie van inhoud, muzikaliteit, vorm, een acteur en een interpretatie over de grenzen van de taal heen kan gaan’.
En dat had ik nou net gezien in Fort Europa. De voorstelling was eigenlijk een verzameling politiek bewogen monologen over het Europa van nu, zoals de zakenman die afscheid van het continent neemt omdat hij zich met de nek aangekeken voelt. Maar omdat het zo mooi gespeeld was — en omdat er zo prachtig in gezongen werd (!) — speelt de voorstelling nog door mijn hoofd. Ik nodig iedereen uit om te speuren naar Hor che’l ciel e la terra van Monteverdi, Urutrattu (Corsicaans lied), Undzer Shtetl brent (Mordechai Gebirtig) of En esta tarde gris (Eduardo Morera), maar dan heb je ze nog niet gehoord zoals wij ze gehoord hebben. Ik wens Johan Simons veel succes in zijn nog zuidelijker statie: Gent.